recent
أخبار ساخنة

تعلم الهولندية - عبارات بأستعمال إن بالصوت / مهمة جدا /



مرحبا أيها الأصدقاء / 😍❤️
ننصحكم في البداية بتحميل تطبيق المفردات الهولندية

‫قد يتحسن الطقس غداً.‬
Het weer wordt morgen misschien beter.
‫كيف علمت ذلك؟‬
Hoe weet u dat?
‫آمل أن يتحسن.‬
Ik hoop dat het beter wordt.
‫سيأتي بالتأكيد.‬
Hij komt heel zeker.
‫هل هذا مؤكد؟‬
Is dat zeker?
‫أعلم أنه سيأتي.‬
Ik weet dat hij komt.
‫سيخابرنا بالتأكيد.‬
Hij belt zeker op.
‫حقاً؟‬
Werkelijk?
‫أظن أنه سيخابر.‬
Ik geloof dat hij opbelt.

‫النبيذ بالتأكيد معتق.‬
De wijn is zeker oud.
‫هل تعلم ذلك حقاً؟‬
Weet u dat zeker?
‫أظن أنه معتق.‬
Ik vermoed dat hij oud is.
‫مديرنا جذاب.‬
Onze chef ziet er goed uit.
‫أترى ذلك؟‬
Vindt u?
‫إني أرى أنه جذاب.‬
Ik vind dat hij er zelfs zeer goed uitziet.
‫لمديرنا بالتأكيد صديقة.‬
De chef heeft zeker een vriendin.
‫أتعتقد ذلك حقاً؟‬
Denkt u dat echt?
‫من المحتمل جداً، أن تكون لديه صديقة.‬
Het is goed mogelijk dat hij een vriendin heeft.

‫يزعجني أنك تشخر.‬
Het ergert me dat je snurkt.
‫يزعجني أنك تكثر من شرب البيرة.‬
Het ergert me dat je zoveel bier drinkt.
‫يزعجني أنك تأتي متأخراً.‬
Het ergert me dat je zo laat komt.

‫أظن أنه بحاجة إلى طبيب.‬
Ik denk dat hij een arts nodig heeft.
‫أظن أنه مريض.‬
Ik denk dat hij ziek is.
‫أظن أنه نائم.‬
Ik denk dat hij nu slaapt.

‫نأمل أن يتزوج ابنتنا.‬
Wij hopen dat hij met onze dochter trouwt.
‫نأمل أن تكون لديه نقوداً كثيرة.‬
Wij hopen dat hij veel geld heeft.
‫نأمل أن يكون مليونيراً.‬
Wij hopen dat hij miljonair is.
‫سمعت أن زوجته أصيبت بحادث.‬
Ik heb gehoord dat je vrouw een ongeluk heeft gehad.
‫سمعت أنها في المستشفى.‬
Ik heb gehoord dat ze in het ziekenhuis ligt.
‫سمعت أن السيارة تلفت تماماً.‬
Ik heb gehoord dat je auto helemaal stuk is.

‫يسعدني أنك أتيت.‬
Ik vind het fijn dat u gekomen bent.
‫يسعدني أنك مهتم.‬
Ik ben blij dat u belangstelling heeft.
‫يسعدني أنك ستشتري المنزل.‬
Ik ben blij dat u het huis wilt kopen.
‫أخشى أن تكون آخر حافلة قد مضت.‬
Ik ben bang dat de laatste bus al weg is.
‫أخشى أننا سنضطر لأخذ سيارة أجرة.‬
Ik ben bang dat we een taxi moeten nemen.
‫أخشى ألا أحمل نقوداً.‬
Ik ben bang dat ik geen geld bij me heb.


‫لا أدري إن كان يحبني.‬
Ik weet niet of hij van me houdt.
‫لا أدري إن كان سيعود.‬
Ik weet niet of hij terugkomt.
‫لا أدري إن كان سيتصل بي.‬
Ik weet niet of hij me belt.
‫أيحبني، يا ترى؟‬
Of hij wel van me houdt?
‫هل سيعود، يا ترى؟‬
Of hij wel terugkomt?
‫هل سيتصل بي، يا ترى؟‬
Of hij me wel belt?

‫إني أتساءل إن كان يفكر بي.‬
Ik vraag me af of hij aan me denkt.
‫إني أتساءل عما إذا كانت لديه صديقة أخرى.‬
Ik vraag me af of hij een ander heeft.
‫إني أتساءل عما إذا كان يكذب.‬
Ik vraag me af of hij liegt.
‫هل يفكر بي، يا ترى؟‬
Of hij wel aan me denkt?
‫هل لديه صديقة أخرى، يا ترى؟‬
Of hij misschien een ander heeft?
‫هل يقول الحقيقة، يا ترى؟‬
Of hij wel de waarheid spreekt?
‫إني أشك فيما إذا كان يحبني حقاً.‬
Ik betwijfel of hij me echt mag.
‫إني أشك فيما إذا كان سيكتب لي.‬
Ik betwijfel of hij mij schrijft.
‫إني أشك فيما إذا كان سيتزوجني.‬
Ik betwijfel of hij met mij trouwt.
‫أتساءل إن كنت حقاً أعجبه.‬
Of hij me wel echt mag?
أتساءل إن كان حقاً‬ ‫سيكتب لي.
Of hij me wel schrijft?
‫أتساءل إن كان حقاً سيتزوجني.‬
Of hij wel met me trouwt?

google-playkhamsatmostaqltradent